Hoeveeel drinkt een hond tijdens het wandelen
Een van de belangrijkste dingen voor zowel de mens als de hond is het binnenkrijgen van genoeg vocht. Aan voldoende water in Nederland geen gebrek. Maar tijdens een fijne hike of een trip in het buitenland is ook dit een belangrijk aandachtspunt.
Gelukkig kan je je hier goed op voorbereiden zodat je precies weet hoeveel drinken jij mee moet nemen.
Hoeveel drinkt je hond?
Op een normale dag, met normale inspanning is de regel dat je hond ongeveer 50ml vocht per kilo lichaamsgewicht op een dag moet drinken. Kort gezegd betekent dat ongeveer 1 liter water voor een hond van 20 kilo. Kleine honden zullen in verhouding iets meer drinken dan grote honden.
Tijdens inspanning drinken honden, net als wij mensen, snel wat meer. Ook honden raken overtollige hitte kwijt en door veel te hijgen verliezen ze ook meer vocht. Het is dus belangrijk dat je altijd voldoende drinken bij je hebt om uitdroging te voorkomen.
Drinkt mijn hond genoeg?
Als jouw hond op een normale dag ook een normale hoeveelheid drinkt zal het ook tijdens het wandelen wat makkelijker vanzelf gereguleerd worden. Je hond voelt vaak zelf goed aan of het nodig is om wat te drinken of om toch maar even over te slaan.
Je hond laten drinken uit de natuur
Tijdens een wandeling is het zeer goed mogelijk dat je ook waterbronnen tegenkomt waar je hond wat kan drinken. Bekijk daarom vooraf ook goed de kaart of er plaatsen zijn waar je hond gebruik van kan maken. Dat kan bijvoorbeeld een (smalle) rivier, een bergmeer of gewoon een watertappunt zijn. Heeft je hond een gevoelige maag en is hij niet gewend om uit de natuur te drinken, blijf dan ook hier voorzichtig. Van te koud water kan je hond namelijk maagproblemen of diarree krijgen. In veel natuurgebieden grazen ook andere dieren waardoor het water vervuild kan zijn. Bij watertappunten die ook voor mensen geschikt zijn, kunnen honden natuurlijk wel prima drinken.
Je hond helpen genoeg te drinken – onze ervaring
Wij bereiden vooraf altijd de route voor. Is er voldoende water, welke plekken komen we tegen en waar vinden we de watertappunten. Maar ook hebben we altijd een speciale waterfles bij ons met extra water voor Bruno. Tijdens het wandelen leiden we hem ook altijd naar het water en wijzen we hem de waterplekken aan als hij deze zelf niet kan vinden. Bruno drinkt vaak en veel uit de natuur, wij weten dus dat hij hier goed tegen kan.
Het komt natuurlijk wel eens voor dat we wandelen in gebieden die meer droogte kennen. Ook dan moeten wij extra goed opletten dat hij regelmatig vocht binnenkrijgt. Zo geven we elk uur de mogelijkheid om wat te drinken. Bruno geeft op dat moment ook zelf aan of hij veel of weinig dorst heeft. Door goed naar je hond te blijven kijken en te letten op de vochtinname blijft het voor iedereen een plezierige wandeling.